VolkswagenBUS
geschiedenis pagina - 2 -
Het roer
gaat om.
Dat
prototype wordt gebouwd op het van de al
bestaande Volkswagen personenauto , en dat is
vanzelfsprekend de Kever. Als er ook een
Kever-motor boven de achteras is geplaatst, gaat
het prototype van de typ 29 de weg op. Helaas,
het Kever onderstel is veel te zwak voor de
zwaardere carrosserie van de Typ 29, laat staan
dat het een volgeladen bestelbus kan dragen.
Inmiddels is het april 1949, maar ondanks deze
tegenslag geven ze bij Volkswagen de moed niet
op. |
 Een
Kleinmodel van de transporter met een ronde
cabine dat in de windtunnel met succes werd
getest.
|
|
Sterker nog, begin 1950
wil men de Typ 29 in productie hebben. Het roer gaat
helemaal om. Er wordt besloten om voor de Typ 29 een
geheel nieuw chassis te ontwerpen, en een zogenaamd
"zelfdragende" carrosserie die voor die tijd
absoluut uniek is. Daarmee is de scheiding tussen de
productie van personenwagens en bedrijfswagen een feit.
Met man en macht wordt er verder gewerkt aan de nieuwe
Typ 29. Na vele testritten worden de remmen en de
stuurinrichting verbeterd, en tevens wordt de motorruimte
achter in verkleind. Dat betekent dat de laadruimte
evenredig wordt vergroot.
|
|
Het Prototype uit 1949. Alleen voor de
chauffeur is er een ruitenwisser, en het portier past ook
nog niet helemaal. Het Kever-chassis waarop de
Transporter gebouwd is voldoet niet. Volkswagen besluit
om zo snel mogelijk een compleet nieuw chassis te
ontwerpen, met daarop een zogenaamd zelfdragende
carrosserie. |
Hij heeft
alles behalve een naam.
De Typ 29 nadert zijn voltooiing.
De strenge technisch directeur Alfred Haesner zegt in oktober
1949 over de Typ 29 onder meer: "Het is een wagen met
veelzijdige gebruiksmogelijkheden. Hij is wendbaar, heeft
voldoende trekkracht bergopwaarts, is zuinig in gebruik,goedkoop
in onderhoud, makkelijk te beladen en betrouwbaar in zomer en
winter. Het is een echte Volkswagen...... Een universele
bedrijfswagen, die alle denkbare goederen kan vervoeren waar ook
ter wereld".Het enige wat nog ontbreekt aan de eerste
bestelwagen van Volkswagen is een naam. want alle namen die men
bedenkt, van Bulli tot Juwel blijken volgens het patent in
Berlijn al in gebruik te zijn. Wanneer de allereerste
bedrijfswagen klaar is, wordt hij maar Typ 2 genoemd, aangezien
volkswagen Typ 1 beschouwd als de Kever. De latere generaties van
Typ 2krijgen tot aan 1990 de namen T1, T2, T3 en T4, maar
doorgaans worden ze Transporter genoemd. Pas in 1990 wordt de
naam Transporter ook de officiële, geregistreerde naam. Kortom,
als Volkswagen zn eerste bestelbus in november 1949 aan de
pers presenteert heeft hij alles behalve een naam. Maar al snel
zal hij wel naam gaan maken....
 |
Volkswagen-directeur
Heinrich Nordhoff tijdens een persconfertie in 1949:
"Uiteindelijk
zijn we niet uitgegaan van een bestaand chassis, maar van
een laadruimte. De laadruimte draagt aan de voorkant de
bestuurderstoel en aan de achterkant de aandrijving. Dat
is het heldere, compromisloze uitgangspunt van onze
bestelwagen. Alleen bij deze auto ligt de laadruimte
precies tussen de assen. De asbelasting is steeds één
op één, of de wagen nu leeg of volbeladen is." |