VolkswagenBUS geschiedenis pagina - 4 -

Lucht kookt niet.

Na zeven productie jaren is de Volkswagen Transporter op diverse punten verbeterd. Maar uiterlijk is hij niets of nauwelijks veranderd. Een journalist schrijft na een proefrit: " Wie niet beter weet zou kunnen denken dat de Transporter in al die jaren niet veranderd is. Dat is niet zo. Wat wel klopt, dat het uiterlijk van de Transporter niet of nauwelijks gewijzigd is ten opzichte van het eerste model."Met deze terechte vaststelling legt de journalist de juiste filosofie van Volkswagen bloot. En die luidt: Geen snelle modelwisselingen, maar het gestaag verder ontwikkelen van het bestaande succesvolle model. De populaire Transporter heeft nog steeds de befaamde, luchtgekoelde motor achterin zitten. Want Volkswagen wil voorlopig niets weten van een watergekoelde motor. Of zoals Volkswagen ooit op en ansichtkaart van de Transporter liet zetten:

Lucht bevriest niet, lucht kookt niet.


Eindelijk is het genoeg.
Pas eind jaren ´50 produceert de fabriek in Hannover genoeg Transporters om aan de enorme vraag te kunnen voldoen. Per jaar verlaten rond de 100.000 exemplaren de fabriek. De volkswagen-dealers zijn dolblij dat de leveringsbeperkingen voorbij zijn. En bovendien neemt ook het aantal Transporter varianten toe. Er is nu ook een Transporter met dubbele cabine en open laadbak verkrijgbaar, evenals een koelwagen. Westfalia bouwt zijn eerste echte camper. De richtaanwijzers tot nu toe niet meer dan beweegbare stokjes, verdwijnen. Uitgerust met heuse knipperlichten rijdt de Transporter de jaren ´60 binnen.

Specificaties van de eerste Transporter.

Motor: 4 cilinders/1.1 liter/luchtgekoeld
Motorvermogen: 25 Pk
Topsnelheid: 80 Km/U
Lengte: 4,10 meter
Hoogte: 1,90
Breedte: 1,70
Leeggewicht: 990 Kg
Max. belading: 760 Kg
Kleur: blauw.


Sterker, veiliger en comfortabeler.

In 1960 stellen de ingenieurs van Volkswagen een nieuwe Transporter voor. Hoewel het nieuwe model op alle fronten zeer geslaagd is, blaast de directie het project af. het prototype is te duur. En bovendien lopen de verkopen van het eerste model nog steeds als een trein.
Pas zeven jaar later dient de opvolger zich aan: De Transporter T2.

Tot 1967 concentreert Volkswagen zich op de technische verbeteringen. De motoren van de T1 Transporter worden krachtiger, het laadvermogen neemt toe doordat het chassis, de assen en de ophanging sterk verbeterd worden. Zeventien jaar lang blijft de T1 in productie. In totaal worden er in vier landen @ Duitsland, Brazilië, Australia en Zuid-Afrika @ ruim 1,8 miljoen Transporters van het type T1 gemaakt.

De onbetwiste primeur van 1967.
De langverwachte nieuwe Transporter wordt in augustus 1967 aan pers en publiek gepresenteerd. Het model doet de oude Transporter plotseling erg ouderwerts lijken. De rechte, door een verticale spijl in tweeën gedeelde voorruit is vervangen door een fraaie ronde ruit uit een stuk. En de nieuwe Transporter is ook veel groter, robuuster en veiliger dan zijn voorganger. Het lijkt een slecht moment voor de introductie van een kompleet nieuwe bestelwagen, want de Duitse economie bevindt zich in een diepte punt. Maar al vier jaar later wordt de productie van 3.000.000 ste Transporter gevierd. Overigens betekent de komst van een nieuwe versie niet het einde van de oude Transporter. Want in de Mexicaanse stad Puebla wordt de productie van de oude T1 enige tijd later voorgezet.

Veiligheid is het sleutelwoord.
De nieuwe Transporter is op drie punten hetzelfde gebleven. Hij is tenminste zo betrouwbaar en duurzaam als zijn voorganger, en ook wat het rendement betreft heeft hij nauwelijks serieuze concurrentie. verder is hij in alle opzichten een nieuwe auto. Hij is groter, de wegligging is verbeterd en de achteras is versterkt. Het luchtinlaatrooster zit nu aan de voorkant van de auto. En is desgewenst is hij ook te krijgen met de gloednieuwe 1.6 liter motor, die 47 pk levert. Maar de belangrijkste veranderingen hebben te maken met de veiligheid. De wegen worden met de dag drukker en de auto’s steeds sneller, en daarom krijgt de bescherming van de bestuurder prioriteit van Volkswagen. De portieren van de nieuwe Volkswagen zijn versterkt.
Het chassis krijgt aan de voorzijde gevorkte stalen balken, die onder het chassis doorlopen en de bestuurder beschermen in het geval van een frontale botsing. En bovendien is de nieuwe Transporter voorzien van een gepatenteerd systeem voor de stuurinrichting. Dat systeem zorgt dat de stuurkolom bij een botsing naar voren klapt, en voorkomt een pijnlijk aanvaring tussen de bestuurder en stuurkolom.

De luchtgekoelde motor blijft..... maar hoe lang nog ?
Op basis van de motor uit de volkswagen 411E, een personenauto, ontwikkelt Volkswagen een nieuwe luchtgekoelde motor voor de Transporter. Het is wederom de zogenaamde boxermotor met horizontaal tegen over elkaar liggende cilinders. Omdat de nieuwe boxermotor zo compact is en achterin veel minder ruimte inneemt, krijgt hij bij Volkswagen al gauw de bijnaam "Flachmotor" oftewel plattemotor. De laadruimte wordt bovendien verder verstevigd door toepassingen van dikker staal en extra steunbalken. De nieuwe boxermotor heeft een nadeel. Het vermogen is wel opnieuw toegenomen, maar de levensduur neemt af. Hij is al gemiddeld al na 44.000 Km aan vervanging toe. Langzamerhand dringt bij Volkswagen het besef door dat de luchtgekoelde, achterin geplaatste motor een achterhaald concept is. Het einde van de luchtgekoelde motor lijkt in zicht. Voorzichtig beginnen de Transporter constructeurs van een motor met waterkoeling te dromen. Maar voorlopig gaat die droom niet in vervulling. Binnen het Volkswagen concern is men wel overigens wel druk bezig met de overstap naar waterkoeling, want in 1972 verschijnt de Audi 80 met een watergekoelde motor.

Drie generaties luchtgekoelde Transporters bij elkaar.
T1 1949~1967 T2 1967~1979 T3 1979~1983.

De derde generatie.

In de jaren ´73 en ´74 gaat het eventjes niet zo voorspoedig met Volkswagen. Door de oliecrisis en de stagnerende economie moeten duizenden arbeidsplaatsen geschrapt worden. De export naar de VS, tot dusver een van de belangrijkste pijlers van het bedrijf, loopt sterk terug door de waarde daling van de dollar. En dan, in 1975, is er plotseling een nieuwe Volkswagen bedrijfswagen. Maar verassend genoeg is het geen Transporter. De nieuweling heet LT en heeft nota bene een watergekoelde motor voorin. Volkswagen heeft nu twee typen bedrijfswagens. De transporter, inmiddels wel uitgerust met een veilige kreukelzone, blijft voorlopig nog gebaseerd op luchtkoeling en een boxermotor achterin. Dat geldt ook voor de Transporter van de derde generatie (de T3) die in 1979 van de band rolt. Volkswagen verklaart het nieuwe ontwerp als volgt:
" We hebben alle bestaande modellen onderzocht, ook die van de concurrenten. We hebben gelet op rijeigenschappen, kosten, ruimtebenutting, imago en comfort. en we zijn tot de conclusie gekomen dat ons dertig jaar oude ontwerp met een achterin liggende motor en achterwiel aandrijving verhoudingsgewijs de beste constructie is."
Dat is misschien wel waar, maar inderdaad alleen als je uitgaat van het totale concept van vroeger. Want dat waterkoeling en voorwielaandrijving de toekomst hebben, weet Volkswagen ook maar al te goed...

1982: Het einde van de luchtgekoelde motor.
In 1981 krijgt de geheel nieuwe Transporter een watergekoelde dieselmotor, later volgen ook de benzine motoren. In 1990 verschijnt een geheel nieuw type de T4. De Volkswagenbus geschiedenis gaat door, maar de geschiedenis van watergekoelde Volkswagens, valt buiten het bestek van deze webpagina´s ...............


 

* Bron vermelding:
Het verhaal van het beroemste busje ter wereld. Boekwerkje uitgedeeld aan alle deelnemers van de busmeeting 50 jaar Volkswagenbus op zondag 27 april 1997 bij de Volkswagen importeur Pon te Neunen.

3-08-1997 Ronald Schouw.

 

links.gif Vorige pagina Pagina - 4 - .